Opening van een voedingswinkel

Mansour is in België aangekomen in 2010 om persoonlijke redenen. Hij diende een asielaanvraag in en heeft dus altijd in opvangcentra gewoond, voornamelijk van Fedasil. Hij kreeg verschillende negatieve antwoorden op zijn asielaanvragen. In 2014 heeft hij beslist om terug te keren naar Dakar (Senegal), maar niet naar zijn oorspronkelijke regio Kaolack. Hij wou bij zijn terugkeer een winkeltje met voedingsmiddelen openen in Dakar.

Van zodra hij opnieuw in Senegal was, keerde Mansour toch terug naar Kaolack in het zuiden van het land. Hij kon de winkel overnemen van een vriend, wat hij nu maandelijks terugbetaalt aan die vriend. Over twee maand zou hij alles terugbetaald moeten hebben, waardoor hij meer opbrengsten zal hebben. Hij heeft het budget voor re-integratie niet gebruikt voor de terugbetaling maar voor extra goederen. De goederen werden samen met de leden van Caritas Kaolack rechtstreeks aangekocht en er waren verschillende bezoeken ter plaatse om ervoor te zorgen dat Mansour geen problemen had om zijn zaak op te starten. De winkel van Mansour is veel beter voorzien dat andere winkels die geopend werden met hetzelfde budget maar dit is dankzij het feit dat hij een bestaande winkel kon overnemen.

In mei 2015, ongeveer 6 maanden na zijn terugkeer, is de situatie van Mansour min of meer stabiel en heeft hij bijna al het geld voor de overname van de winkel terugbetaald. De winkel is echter niet in perfecte staat en hij zal een paar renovatiewerken moeten uitvoeren in de toekomst maar hij trekt goed zijn plan voor een starter.Hij slaagt erin zijn familie te onderhouden, wat een prioritaire behoefte is.

Tijdens het bezoek van Caritas International aan Mansour in mei 2015, kon Mansour geen twee minuten tijd vrijmaken voor hen omdat er continu klanten waren. Hij heeft ook het geluk dat er niet veel concurrentie is in de buurt waardoor hij een vast cliënteel heeft dat vaak terugkomt. Ondanks de huidige moeilijkheden, heeft Mansour er geen spijt van dat hij teruggekeerd is en hoopt hij in de toekomst zijn levenskwaliteit en zijn zaak te kunnen verbeteren. 
 

Bron: Caritas International